Bijna de helft van het MKB verkeert in financiële problemen. De werkloosheid was nog nooit zo hoog en loopt nog met 800-1000 man/vrouw per dag op. Het kabinet gaat ondertussen stevig door met bezuinigen. En ondanks al deze rampspoed, is het oorverdovend stil. Geen verzet. Geen brullende menigte op het Malieveld. Niets. Hoe kan dat?
Op Geschiedenis24 lees ik het relaas terug van de gevolgen van de bezuinigingen van het eerste kabinet Lubbers en dan met name voor wat betreft de ambtenarensalarissen en -uitkeringen. Die werden in de bezuinigingsplannen gekort met 3,5%. De herfst van 1983 werd een bloedhete herfst: het Poldermodel, ingevoerd in 1982, stond na 1 jaar al op omvallen. De ambtenarenvakbonden liepen vast op een ‘autistisch kabinet’ en riepen op tot staking en dat gebeurde. Twee maanden lag het hele overheidsapparaat stil: er werd geen vuil opgehaald, de post kwam niet of veel later, treinen stonden stil. Het hele land werd ontregeld. Uiteindelijk moest de rechter eraan te pas komen om de impasse te doorbreken.
Waar zijn de vakbonden nu? Zijn er überhaupt nog organisaties die een massa in beweging kunnen brengen? En waarom komt er vanuit de sociale media geen massaal verzet? En dan dringt zich de vraag bij me op:
Zijn we door de sociale media wel meer verbonden, maar minder betrokken geraakt?
Er speelt mijn inziens nog iets mee wat die oorverdovende stilte zou kunnen verklaren. In de social media draait alles om reputatie. Onderzoek wijst uit dat deelname aan Facebook veelvuldig leidt tot depressie, omdat mensen dagelijks ‘zien’ dat anderen het veel beter hebben, er mooier uitzien en meer ‘vrienden’ hebben. Het gevoel te falen leidt overigens bij de één tot depressie, terwijl het bij de ander juist de aanzet is om er een schepje bovenop te doen. Foto’s van je voeten op de tafel, liefst tegen een idyllische achtergrond (zee of zwembad), zijn een typisch voorbeeld van pronkgedrag. Daarom mijn tweede vraagstelling:
Is het indruk maken op je sociale omgeving niet doorgeslagen naar een soort van sociaal narcisme?
Volgens de piramide van Maslow vormen sociaal contact (saamhorigheid) én de behoefte aan waardering en erkenning een onderdeel van de universele behoeften van de mens. Maar door de enorme toename van onze sociale umwelt zijn onze contacten steeds vluchtiger geworden. Het woord ‘vriend’ had voor mij persoonlijk een hoog exclusief gehalte: ik had nooit meer dan een handvol vrienden. Maar volgens de graadmeters van de social media heb ik er meer dan 150.000. Het is echter onzinnig dat ‘vrienden’ te noemen: het zijn sociale contacten. Ze missen de intimiteit van echte vriendschap. Dat leidt tot mijn derde vraag:
Weten we nog wel het verschil tussen sociale contacten en echte vrienden?
De uitspraak ‘je bent wat je deelt’ is sinds de opkomst van de social media gemeengoed geworden. Het vormt mede je sociale identiteit. En daarbij gaan sommigen zelfs zo ver dat ze zich inchecken op Foursquare op hippe locaties waar ze helemaal niet zijn. Alleen om indruk te maken op hun peer group. Al dat pronkgedrag is echter prima te verdedigen: we willen ons zo goed mogelijk aan het andere geslacht tonen (of aan het zelfde geslacht, zo dat je voorkeur is). Maar als je jarenlang de schijn hebt opgehouden, hoe eerlijk durf je dan nog zijn als het fout gaat? Moeten we onze zorgvuldig gepimpte identiteit opgeven voor een tegenslag? Kun je de afkeuring van die sterk toegenomen sociale groep nog wel aan? En daarmee kom ik tot de vierde vraagstelling:
Zorgt het denken in sociale identiteiten ervoor dat we ons falen niet meer kunnen toegeven?
Laten we eens aannemen dat we (1) individualische (2) en sociale narcisten zijn, en dat we (3) sociale vrienden als onze echte vrienden beschouwen, en (4) onze sociale identiteit belangrijker vinden dan de werkelijkheid, .. dan is het toch triest met ons gesteld?
Rest mijn oorspronkelijke vraag:
Waar is onze ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ cultuur?
Gelukkig zijn er genoeg die nog wel zo denken. Maar velen lijken de Amerikaanse ‘Fake it, til you make it’ mentaliteit geadopteerd te hebben. Is dat wel zo verstandig? Als er ergens een land is vol van individualisten, dan is dat de VS wel. Een land met de hoogste criminaliteitscijfers en hoogste aantal gevangenen per hoofd van de bevolking. Sociaal gezien bepaald geen succesnummer, laat staan een goed voorbeeld. Onderzoek van Richard Wilkinson wijst zelfs uit dat de VS de kleinste kans biedt op het realiseren van de ‘American Dream’. De kans dat je die droom realiseert in Denemarken of Zweden is vele malen groter.
De keuze is aan jou. Dit keer is er geen vakbond die voor je opkomt, geen bank die je redt, geen werkgever die jouw baan garandeert: als je volhardt in je gepimpte supersize-me-bestaan, dan sta je er alleen voor.
Of durf je te delen wie je werkelijk bent: in kracht én zwakte. Want ervaring leert dat echte vrienden zich vaak pas tonen als je je hand durft uit te steken, om hulp durft te vragen en de ander toelaat die hulp aan jou te geven.
Nog één keer terug naar Maslow: eerder was me al opgevallen dat het steeds stiller wordt in de social media. Maslow’s behoeftepiramide geeft daarvoor wellicht een verklaring: als onze veiligheid en zekerheid in het geding is, dan laten we de hogere behoeften los. En daarom dat de social media niet het medium is voor het oplossen van de crisis of de aanzet tot massaal verzet: het publiek wat het zwaarst getroffen is, heeft zich er al uit teruggetrokken.
Is dit de verklaring?
De sociale narcist, die steeds meer in zichzelf gekeerd raakt, enerzijds. En de economisch getroffene, die terug moest naar de basis, anderzijds. Zou dat de verklaring kunnen zijn voor die oorverdovende stilte? Een sterk digitaal verbonden maatschappij, die sociaal steeds meer lijkt te onthechten? Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Doe even gewoon!
Edwin,
Interessante post vanuit meerdere perspectieven! Ik vind je referentie aan Maslow erg leuk. Vooral dat als er crisis is, we ons terugtrekken uit de hogere lagen. En juist 1 laag hoger dan ‘veiligheid’ staat inderdaad ‘sociaal en ergens bij horen’. Zou dus heel goed kunnen kloppen!
Wel vind ik je wat erg kort door de bocht gaat naar je stelling: “Laten we eens aannemen dat we (1) individualische (2) en sociale narcisten zijn, en dat we (3) sociale vrienden als onze echte vrienden beschouwen, en (4) onze reputatie belangrijker vinden dan de werkelijkheid, .. dan is het toch triest met ons gesteld?”
Zeker op punten 3 en 4 is er aardig wat kennis die ons leert dat we 1. wel degelijk onderscheid maken in ‘strong’ en ‘weak’ ties en 2. niet bewust met onze reputatie bezig zijn. De menselijk neiging naar positieve zelfpresentatie is al zo oud als de weg naar Rome en was ook zeker voor de komst van social al een feit. Met andere woorden, daarin is niets veranderd. Enkel de manier waarop is veranderd door de komst van Facebook en andere visuele ondersteuning zoals Instagram en Vine. Of deze positieve zelfpresentatie is doorgeslagen naar ‘echt’ narcisme zou een interessante onderzoeksvraag zijn, maar hierover een aanname maken is gevaarlijk.
Hoe zie jij dat?
Bedankt voor je feedback, Mischa. Was even door buikgriep geveld, dus nu pas reactie.
Eerst maar over die regel: “Laten we eens ..”. Dat was natuurlijk bedoeld om te chargeren: elk van die 4 punten waren immers vragen, maar in worst case scenario is de conclusie niet best. Schrijfstijl dus, geen conclusie.
In hoeverre het narcisme van nu afwijkt kun je terugvinden in de blog van Brian Solis: http://www.briansolis.com/2013/08/the-accidental-narcissist-and-the-future-of-connected-customer-engagement/
Hieruit komt het volgende: “.. Dr. Jean M. Twenge, Ph.D. Professor of Psychology and author of Generation Me and co-author of The Narcissism Epidemic: Living in the Age of Entitlement. The titles alone convey that connected consumerism is nothing like the conventional customers you once knew. To better understand the crux of selfies and the digital “me,” Twenge explains that at the core of narcissism is this invention or aspiration that people are better or more important than in reality. In the digital realm however, perception is reality.”
Perception is reality. Daar ging dit artikel dan ook over: hoe gek zijn we elkaar en onszelf aan het maken in het creëren van schijnrealiteiten? En waar is ons normaliserend cultuurgoed gebleven van ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’?
Helemaal eens met dit verhaal. De sociale media (let op de meervoudsvorm) maken ons bepaald niet socialer. Tallozen storten zich erop zonder te relativeren en afstand te nemen. De strekking van dit artikel is juist wel relativerend en ook ontnuchterend: een hoop gedrag op sociale media is onecht.
Ik ben echter pessimistisch over de vraag of dit inzicht veel invloed zal krijgen. De hype moet eerst uitrazen, net als een onweersbui.
Ik herinner me van een paar jaar terug een leuke definitie die iemand gaf van “volwassen worden”: volwassen worden is het proces waarin iemand leert zich te bevrijden van de socialemediadwang. (Dat laatste woord moet inderdaad zonder spaties worden gespeld.)
Bedankt voor je reactie, Peter. Ik denk ook dat het fenomeen social media nog een plaats moet krijgen in ons denken en doen. Natuurlijk brengt de social media ook ontzettend veel goeds. Ik maak me echter wel degelijk zorgen om de spiraal van individualisering enerzijds en het toenemend narcistisch gedrag in de sociale media anderzijds. Hoeveel mensen hebben de intimiteit en de normaliserende invloed van echte vriendschap al verruild voor schijnvrienden in social media, waar het ‘me’ centraal staat?
Mooie definitie over dat sociaal volwassen worden. Sluit ik me bij aan 🙂
Zie ook mijn blog over Narcissus: http://desocialemedia.nl/2013/08/25/wat-kunnen-leren-van-narcissus/